De voedingssupplementenindustrie is booming in Nederland. In 2022 gaf bijna de helft van de Nederlanders aan supplementen te gebruiken en werd hier 1,6 miljard euro aan besteed. Maar er zijn zorgen over de veiligheid van deze producten. Bureau Risicobeoordeling & onderzoek (BuRO) adviseert nu om een notificatiesysteem in te voeren.
De afgelopen jaren heeft het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) meerdere malen de hulp van BuRO ingeschakeld om bepaalde supplementen te beoordelen. Vaak betrof het supplementen die een ernstig risico voor de gezondheid vormden. Naar aanleiding van deze eerdere verzoeken over de veiligheid van bepaalde supplementen, geeft BuRO nu een overkoepelend advies over de veiligheid van supplementen in het algemeen. De conclusie: de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft te weinig inzicht in de samenstelling en dus is het tijd voor een notificatiesysteem.
Minimale vereisten voor samenstelling
Naast de vereisten voor levensmiddelen, dienen voedingssupplementen te voldoen aan specifieke Europese en nationale voorschriften, zoals vastgelegd in diverse wetgevingen. Voor mineralen en vitaminen zijn de toegestane chemische vormen vastgelegd in Richtlijn 2002/46. De referentiewaarden van deze nutriënten zijn te vinden in bijlage XIII, deel A, punt 2 van Verordening 1169/2011. De Europese wetgeving is in Nederland geïmplementeerd via het Warenwetbesluit voedingssupplementen, het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten en de Warenwetregeling vrijstelling voedingssupplementen. In de laatstgenoemde zijn limieten vastgesteld voor de dagelijkse dosering van vitamine A, B6 en D in supplementen. Maar als het gaat om andere vitamines en mineralen, is het aan bedrijven om de veiligheid van de gebruikte dosering te onderbouwen en te bewijzen. Voor kruidenpreparaten zijn (naast een lijst van verboden stoffen) überhaupt geen kwaliteitseisen beschreven.
Gevaar voor de gezondheid
Dit gebrek aan eisen kan zorgen voor gezondheidsrisico’s. BuRO beschrijft dat het gebruik van supplementen risicovol kan zijn als gevolg van de aard van de stoffen zelf, de toegevoegde ingrediënten of interacties met andere stoffen, zoals medicijnen. Omdat er in Nederland geen plicht bestaat voor het notificeren van supplementen, heeft de NVWA maar zeer beperkt inzicht in hoeveel en welke stoffen supplementen bevatten. Dat maakt handhaving lastig. BuRO adviseert nu om een notificeringsysteem in te voeren, waarbij consumenten de gegevens ook kunnen inzien en een weloverwogen keuze kunnen maken.
Notificeren; wat is dat?
Via artikel 10 van Richtlijn 2002/46 mogen lidstaten eisen dat fabrikanten en verkopers de controlerende instantie op de hoogte te brengen vóórdat zij nieuwe voedingssupplementen op de markt brengen. België is een van de lidstaten die gebruik heeft gemaakt van deze mogelijkheid. Wanneer bedrijven supplementen in België op de markt willen brengen, dienen ze deze eerst aan te melden via FOODSUP. Hier verstrekken zij informatie over het gebruik, ingrediënten en etikettering. Doordat niet alleen de verschillende ingrediënten, maar ook de precieze hoeveelheden en details over bijvoorbeeld gebruikte plantendelen voor kruidenpreparaten verstrekt moeten worden, heeft de Belgische overheid inzicht in wát er precies in de supplementen verwerkt is. Daarna kan zij beslissen of dit product toegestaan is of niet. Het is nog onduidelijk of het Nederlandse systeem net zo uitgebreid zal zijn, of dat slechts een aanmelding zonder verdere toelichting vereist wordt. Daarnaast is nog onbekend of er kosten aan de notificatieprocedure verbonden zullen zijn.
Invoering in Nederland
Er wordt al geruime tijd gekeken naar de haalbaarheid van een notificatiesysteem voor voedingssupplementen in Nederland. In 2021 stond een diepgaand onderzoek gepland naar de toegevoegde waarde en praktische uitvoerbaarheid, waarbij ook de rol van zelfregulering werd onderzocht. Voorbeelden hiervan zijn de beoordeling van gezondheidsclaims door de KOAG/KAG en het Nederlands Zekerheidssysteem Voedingssupplementen Topsport (NZVT) dat zich richt op het screenen van voedingssupplementen op verboden stoffen in de sport. Voor zover bekend zijn de resultaten van dit onderzoek nog niet gepubliceerd.
Het Ministerie van VWS heeft zelf nog niet gereageerd op het advies van BuRO, maar Gerard Bakker, de Inspecteur Generaal van de NVWA heeft zich in elk geval bij het advies aangesloten. Het invoeren van een notificatiesysteem zou wel extra capaciteit van de NVWA vragen. Hierover gaan de NVWA en het Ministerie van VWS met elkaar in gesprek. Daarnaast zal ook de Nederlandse wetgeving rondom voedingssupplementen moeten worden aangepast om een notificatiesysteem te implementeren.
Meer weten?
Wil je meer informatie over de wetgeving van voedingssupplementen? Neem contact met ons op via info@precon.group of +31 30 65 66 010.