Hoe kouder het buiten wordt, des te groter de kans dat er wildgerechten op tafel worden gezet: herfst en winter vormen traditioneel de jachtperiode. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft richtlijnen die aangeven wat wild mag heten: een dier dat een vrij leven heeft gehad en zijn eigen kostje bij elkaar heeft gescharreld. Maar hoe herken je dit op de verpakking?
In 2015 deed onderzoeksbureau Questionmark onderzoek naar wild vlees uit zes supermarkten die zo’n 80% van de markt in Nederland vertegenwoordigen. Dit bureau heeft als doel de vraag naar, en aanbod van, duurzame producten te vergroten. Questionmark concludeerde dat wetgeving over etiketinformatie niet wordt nageleefd. Directeur en medeoprichter Questionmark, Charlotte Linnebank: “De meeste dieren die in het onderzoek werden aangemerkt als kweekwild hebben geen beter leven dan andere dieren afkomstig uit de industriële veehouderij, zoals kippen en varkens.”
Witte kooikonijnen
”Bijna nooit echt wild zijn konijn en eend. Meestal geen echt wild maar kweekwild, maar gehouden in relatief goede omstandigheden is hert”, zo stelt Charlotte Linnenbank. “Konijn en fazant worden ‘wild’ genoemd, terwijl dat vaak niet terecht is.” Het betreft vaak witte kooikonijnen.
Eend en konijn kunnen zowel bejaagd worden als wild worden verkocht, maar merendeel wordt op industriële wijze gefokt in stallen. Kweekeenden hebben geen toegang tot water, zo wordt gesteld in het onderzoeksrapport.
Sporadisch ‘echt wild’
Fabrikanten hoeven niet te vermelden op welke wijze de dieren zijn gehouden en dus ook niet of het vlees afkomstig is van wild, kweekwild, natuurvlees of regulier vlees. Linnebank adviseert: “Wie echt wild wil eten, kan de volgende vuistregels aanhouden. Echt wild is meestal: wild zwijn, ree, mouflon en haas.” Deze dieren kun je niet fokken en zijn dus echt wild, volgens Sijas Akkerman van NGO Natuur & Milieu. “Op mouflon wordt gejaagd. Ook zwijnen afkomstig uit Nederland zijn gegarandeerd wild”, aldus Akkerman.
Behoefte aan keurmerk
Uit eerder onderzoek in 2017 door marketingbureau Zest kwam naar voren dat 67% van de Nederlanders het belangrijk vindt dat wild uit de vrije natuur herkenbaar is door bijvoorbeeld een keurmerk. Er is dus behoefte bij publiek en keten om wild uit de vrije natuur te kunnen onderscheiden van andere producten.
Nieuw keurmerk wild
Op de behoefte aan transparantie moet ingespeeld worden, zo dacht een restauranthouder op de Veluwe. Om die reden werd door hem in december 2018 de Stichting Keurmerk Echt Wild in leven geroepen. Tot nu toe wordt op het etiket bij ‘wild vlees’-producten ’tam wild’, ‘gekweekt wild’ of ‘vlees met wildsmaak’ vermeld. Dat moet duidelijker, klinkt het vanuit Stichting Keurmerk Echt Wild.
“Wild is vlees van een dier dat een vrij leven heeft gehad, zijn eigen kostje bij elkaar heeft gescharreld en hier is geschoten. Een gekweekt hert uit Argentinië, een konijn uit een hok of een in het bos gevoerde fazant dus niet”, aldus de voorzitter van de stichting. Met het keurmerk op vlees bij in de supermarkt, bij de poelier en op de menukaart in restaurants willen de stichting consumenten duidelijkheid geven.
Richtlijnen NVWA
De NVWA heeft richtlijnen die aangeven wat wild mag heten en controleert de herkomst. Die systematiek is er al, alleen is het niet inzichtelijk voor consumenten. Het Echt Wild keurmerk komt beschikbaar voor bedrijven en personen die volgens de huidige richtlijnen van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit wild in de keten brengen en geldt dus alleen voor wild waarvan de herkomst te traceren is.
Op het Nationaal Wilddiner in oktober 2019 maakte de voorzitter van de Stichting Keurmerk Echt Wild bekend dat het Keurmerk komende periode verder uitgerold zal worden.
De Regulatory Affairs consultants van Précon houden de ontwikkelingen in de gaten. Meer weten of hulp nodig? Neem vrijblijvend contact met ons op via +31 (0)30 – 65 66 010 of info@precon.group.